Bali, dag 3 en 4
Door: Ester
Blijf op de hoogte en volg Ester
13 Juni 2010 | Indonesië, Batavia
Vanochtend had ik besloten dat ik klaar was met de toeristische regio rondom Kuta. Van berichten en uit mijn Lonely Planet begreep ik dat het landinwaarts een stuk minder toeristisch zou zijn, wat mij hopelijk de gelegenheid zou geven om het échte Bali te leren kennen. Ik heb uitgevonden dat het niet zo makkelijk is om andere backpackers te ontmoeten, dus denk ik dat ik het toch echt alleen moet gaan doen. Ik heb besloten om er het beste van te gaan maken! Zo stapte ik vanochtend in een taxi naar Ubud (erg luxe, ik weet het. Maar ik kwam er eind van deze middag pas achter dat er ook shuttle-busjes rijden tussen de meeste plekken... te laat!) Het leuke van met een taxi reizen is dat mijn taxichauffeur me wat meer over het land kon vertellen, wat de 1,5 uur durende reis wel wat interessanter maakte. Toen ik in Ubud uitstapte, viel me meteen één ding op: aan de andere kant van de weg liep een meisje met een backpack! Ik besloot om snel mijn spullen op mijn rug te hijsen en de achtervolging in te zetten, mijn taxichauffeur verbluft achterlatend omdat ik niet richting het hotel ging dat hij mij aangeraden had. Ongeveer 5 minuten (een halve kilometer) later haalde ik het meisje in. Jeetje, wat liep ze snel! Ik vroeg haar of zij een goede plek wist om te overnachten. Toen zij vertelde dat ze in Jungut Inn zou slapen bood ze me meteen aan of ik met haar mee wilde, zodat we samen een slaapplek zouden zoeken. Daar aangekomen raakten we aan de praat: Mia komt uit New York. Afgelopen 3 weken heeft ze door de Filipijnen gereisd en komende 2 weken reist ze door Bali. En we hebben ongeveer hetzelfde reisplan en instelling!
's Middags hebben we samen een wandeling van 3 uur door Monkey Forest en kleine achterafbuurtjes gelopen. Wat ben ik ontzettend blij dat ik haar heb leren kennen! Het klikt supergoed en we hebben besloten om, voor zover het lukt en het goed klikt, samen verder te reizen.
Het gave is dat we meteen een stuk zekerder zijn nu we samen zijn. We durven iets meer risico's te nemen en zo belandden we tijdens onze hike midden in de sawa's. Na 10 minuten lopen moesten we toch wel een beetje toegeven dat we verdwaald waren... Toen we ons omdraaiden stonden daar nog 4 jonge reizigers, waarvan eentje vragend mijn naam zei. Hè?! Het was een blond meisje die vroeg of ik ook Nederlands was. Toen ik dat beaamde en haar vroeg hoe ze dat wist, zei ze haar naam. Het was Kim, een van de meisjes waarmee ik met Activity International mijn hele avontuur ben begonnen! En dan zegt men dat toeval niet bestaat: 10 maanden later, midden in een rijstveld op Bali... Midden in deze rijstvelden kreeg ik ook voor het eerst écht het gevoel dat ik in Indonesië was. Zo puur, zo ongeschonden, zo veel minder toeristen dan in Kuta.
Vanavond hebben Mia en ik uren zitten kletsen op een terrasje. We kunnen het erg goed met elkaar vinden en ik denk dat we allebei erg blij zijn met een reismaatje. Zo zie je maar weer, zodra je stopt met zoeken, vind je waar je eigenlijk naar zocht.
Vrijdag 11 juni, Bali, Munduk. Puur
Vanochtend vroeg zijn we opzoek gegaan naar vervoer naar Munduk. Nu we besloten hebben samen te reizen, maakt het het een stuk makkelijker om door te gaan naar een volgende plek. Samen sta je sterk, zeggen ze wel eens, maar het is echt zo.
Na een uur lang rondgelopen hebben en verschillende shuttle-busjes bekeken te hebben, besloten we dat diegene vlakbij ons hotel toch het goedkoopste was. Nadat we de bus geboekt hadden hebben we genoten van een super lekker ontbijt: Bananen-pannenkoeken met vers ananassap! Het leven is verrukkuluk :)
Na ruim een uur rijden stopte onze chauffeur bij een groot meer, Danau Bratan. Hier hebben we Soto Ayam bij een heel klein vissersstalletje gegeten. De verse vis durfden we niet aan (hoe vers is het?) maar de Soto was super! Met handen, voeten, Lonely Planet Phrases en een heleboel geduld konden we een gesprekje voeren met de hele aardige jonge vrouw die ons eten klaargemaakt had.
Toen we aankwamen in Munduk (1000 meter boven zeeniveau en midden in de bergen) regende het pijpenstelen. Onze taxichauffeur veranderde van de vriendelijke gids in een keiharde onderhandelaar: als hij ons naar een hotel of goedkope slaapplek zou brengen, zou het ons flink wat meer kosten. Wij besloten om de avonturiers uit te hangen, onze regenjassen op te duiken en onze zoektocht te voet te starten. Ongeveer 10 minuten later kwamen we bij een homestay, waar we een kamer konden delen voor 100.000 Rph (10 euro). Super dus, en dat was inclusief ontbijt! Toen we de sleutel omdraaide en onze kamerdeur opendeden, realiseerde we ineens één ding: het was één tweepersoonsbed! Ach, wat zou het ons schelen, handjes boven de dekens vanavond! :)
We besloten dat we allebei best moe waren, dus onze geplande hike naar de waterval zouden we bewaren voor morgenochtend. Een korte wandeling naar het nabijgelegen dorpje zou ons wat oriënteren. Na een kwartier door een (erg arm) dorpje gelopen te hebben kwamen we er allebei achter dat dit toch wel meer was wat wij van Bali hadden verwacht: nauwelijks toeristen, bijna geen engelse advertenties en vriendelijke, prachtige dorpsbewoners. Toen we bijna aan het einde van het dorpje waren, zagen we een smal paadje naar links het oerwoud in duiken... Nieuwsgierig en avontuurlijk besloten we onze neus te volgen en het steile, gladde paadje naar beneden te lopen. Na ongeveer 500 meter uitglijden en wegslippen, de spinnenwebben en zweetdruppeltjes uit ons gezicht vegend kwamen we bij een klein hutje. Meteen kwam er een héél erg oud dametje uit te voorschijn, die ongelofelijk snel Indonesisch tegen ons begon te praten. Dankzij mijn woordenboekje wist ik in het Indonesisch te zeggen dat we geen Indonesisch spreken (hihi), en met handen en voeten en een heleboel Terima Kasih (dank u wel) liepen we langs haar huis, over haar terrein verder op ons avontuurlijke jungle-paadje. Zo kwamen we langs nog 2 huisjes waar ditzelfde ritueel zich herhaalde. Nog geen 100 meter later wisten we waarom dit het zó waard was: We stonden midden in de adembenemende rijstvelden. De bewoners van de hutjes die we zojuist gepasseerd hadden waren hard aan het werk hun rijst te oogsten, geen oog hebbend voor de twee zeldzame toeristen die zich net een pad door de jungle geworsteld hadden. Uniek!
Op onze weg terug naar ons hotelletje kwam er een klein meisje de straat over rennen. Ze plukte twee gele bloemen, rende terug naar ons en gebaarde dat we voorover moesten bukken. Met ontzettend veel zorg werd het gele bloemetje in ons haar, achter ons oor geprikt... Het Balinese gebaar voor 'Wees Welkom'. Zoveel zorg, zoveel liefde en zo'n mooi klein meisje maakt dat je je écht heel erg welkom voelt hier. Wat baalde Mia en ik nu dat we niet wat beter Indonesisch spreken! Verder dan 'bedankt' en 'hoe heet je' komen we niet echt... Toch leren we de inwoners en het echte Bali op een heel andere manier kennen dan de meeste toeristen, denk ik. Samen durven we paadjes in te gaan die we alleen niet hadden genomen, we ontmoeten de prachtigste mensen en slurpen de cultuur op. Het lijkt wel een sprookje!
's Avonds, toen we in ons dagboekje aan het schrijven waren, werd ons sprookje echt compleet gemaakt. Recht voor ons was de zon net fantastisch rood ondergegaan, de eerste sterren waren zichtbaar. In deze schemering kwamen er ineens twee vuurvliegjes door ons uitzicht dansen.
Ik kon mijn glimlach niet bedwingen: Ik ben gelukkig!
-
13 Juni 2010 - 08:16
Simone:
Het leven is mooi als je er wat van maakt!
En als er wat van gemaakt wordt.
Ester
Ga door met genieten!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley